In het algemeen wordt het woord trauma gebruikt vaak gebruikt om allerlei verschillende dingen te omschrijven. Alles wat vervelend is geweest in het verleden waar je in blijft steken zou je als trauma kunnen kenmerken. Medici gebruiken het woord trauma wanneer de “continuïteit van een weefsel is onderbroken”. Onder psychologen en psychiaters wordt meestal gesproken over PTSS. Dat staat voor Post Traumatische Stress Stoornis. De stress die blijft hangen na een traumatische gebeurtenis. In het Engels heet het PTSD, Post Traumatic Stress Disorder.
Om een diagnose PTSS te krijgen moet je voldoen aan een aantal kenmerken:
Over het A-criterium wil ik wat meer vertellen. Niet elke traumatische gebeurtenis voldoet aan het A-criterium. Alleen als de traumatische ervaringen buiten de normale levensomstandigheden vallen tellen ze mee. Zo wordt het overlijden van een grootouder gezien als iets wat de meeste mensen overkomt en dus voldoet dat niet aan het A-criterium. Echter het vinden van je overleden opa of oma kan weer wel onder het A-criterium vallen.
Dit is belangrijk om te weten, omdat alleen mensen die voldoen aan de diagnose PTSS binnen de GGZ een behandeling voor PTSS kunnen krijgen die vergoed wordt door de ziektekostenverzekeraar. Als je dus niet helemaal aan het A-criterium voldoet maar wel veel van de overige klachten hebt is dat heel pijnlijk. Je kun je niet terecht in de reguliere zorg, terwijl je wel veel last ervaart.
Ook wil ik nog wat vertellen over complexe PTSS, ook wel cPTSS genoemd. Bij een enkelvoudige PTSS heeft iemand één of meerdere afgebakende traumatische ervaringen. Bijvoorbeeld een auto-ongeluk en een overval. Bij meervoudige PTSS (cPTSS) heeft iemand vaker en veel langduriger traumatische ervaringen gehad. Bijvoorbeeld langdurig seksueel misbruik.
De consequenties van langduriger traumatische ervaringen hebben zijn ook anders. Vaak ontwikkelen mensen manieren van omgaan (coping) met die gebeurtenissen om te kunnen overleven. Als ze echter volwassen worden en niet meer in de traumatische situaties zitten, kan deze coping juist voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld als je hebt geleerd om de ander te pleasen of om altijd controle te houden.
De behandelingen voor PTSS en cPTSS zijn dan ook anders. PTSS voelt als “niet van mij”, iets wat niet bij je past. De behandelingen zijn relatief snel en de opluchting vaak groot. Bij cPTSS voelt het juist als “zo ben ik nou eenmaal”, en de coping voelt als reddingsboei. Je kunt je voorstellen dat de behandeling hiervan veel later wordt opgepakt en het langer duurt voordat het verandert.
Het is mogelijk dat iemand zowel PTSS als cPTSS heeft. Behandeling van de PTSS is dan vaak toch een goed idee omdat het veel scheelt in de hoge arousal, de herbelevingen en de mogelijkheden om te kunnen ontspannen. Voorwaarde is wel dat iemand in staat is om de emoties te reguleren die loskomen bij de behandeling van PTSS. Daarover een volgende keer meer.
Misschien ken je het wel uit Amerikaanse films. Het gebed om kalmte van de 12…
Hij zit bij me in de kamer en straalt. “Ja, het is helemaal mislukt!”. Hij…
Als je bij mij therapie hebt gedaan en die is klaar, dan vraag ik je…
En daar hing ik dan. Met mijn gezicht, groot, in de supermarkt. “Je wilde dit…
Taal kan zoveel uitmaken. Er zijn zoveel manieren waarop je iets kunt verwoorden. En dat…